Het is onder meer de bedoeling dat er drie Europese toezichthouders komen die
niet alleen richtlijnen mogen uitvaardigen, maar onder bepaalde
omstandigheden ook kunnen ingrijpen.
Het versterken van het toezicht is nodig om een herhaling van de kredietcrisis
te voorkomen. Maar of de lidstaten het eens worden, is nog de vraag. Met
name het Verenigd Koninkrijk ligt dwars. Het wil niet dat de toezichthouders
(voor banken, verzekeringen en effectenmarkten) beslissingen kunnen nemen
die gevolgen hebben voor de schatkist van een EU-lidstaat.
De EU-leiders hebben in juni al een principeakkoord bereikt over het pakket,
maar de ministers van Financiën moeten de details nog regelen. Zij zullen
woensdag alles op alles zetten om het eens te worden, verwachten ingewijden.
Mogelijk worden de Britten met wat toegevingen over de streep getrokken.
"Het zou teleurstellend zijn als ze er niet uitkomen”, meende een diplomaat
dinsdag.
De discussie gaat vooral over de beroepsmogelijkheden die een lidstaat krijgt
na een bindende uitspraak van een van de toezichthouders. Volgens het
voorstel dat op tafel ligt, kan zo’n land in beroep gaan bij de EU-ministers
van Financiën. De Britten lijken erop uit de kans zo groot mogelijk maken
dat de lidstaat in die beroepsprocedure in het gelijk wordt gesteld.
Volgens minister Bos zijn het niet alleen de Britten die nog obstakels
opwerpen, maar doet ook een aantal andere landen op onderdelen nog moeilijk.
Niettemin is hij niet pessimistisch gestemd, zei hij dinsdag bij aankomst in
Brussel.
"Het staat er beter voor dan een paar weken terug.'' De minister wees erop dat
vooral kleinere lidstaten gebaat zijn bij duidelijke afspraken over
financieel toezicht.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl